Communicatie in de zorg aan huis

Tijdens mijn promotie onderzoek probeer ik altijd op verschillende manieren studenten te betrekken bij mijn onderzoek. Zo ben ik momenteel een wetenschappelijk artikel aan het schrijven op basis van interviews en een enquête die verschillende studenten van de HAN uitgevoerd hebben. Dit artikel is nog in de maak dus daar kom ik in een latere blog op terug. Wat ik graag met jullie wil delen zijn de uitkomsten van observatie onderzoek uitgevoerd door 9 eerste jaar HAN studenten in de zorg aan huis.

posterplaatje

De negen studenten hebben allemaal een dienst meegelopen met een zorg professional in de zorg aan huis en hebben op basis van een observatie schema het communicatieve gedrag van de zorg professional onderzocht in relatie tot de cliënt tevredenheid.

Uit de resultaten blijkt dat de non-verbale affectieve communicatie (het maken van oogcontact en glimlachen naar de cliënt) de grootste relatie heeft met de cliënt tevredenheid. Het is in een regressie analyse het enige variabele dat een significante relatie heeft met de cliënt tevredenheid (ß= .516 p=.001). Dit terwijl de verbale affectieve communicatie (medeleven tonen en persoonlijke vragen die de student informele communicatie noemen) en ook de verbale cognitieve communicatie (de communicatie over de taak aspecten van de zorg, wat de studenten formele communicatie noemen) geen significante relatie hebben met de cliënt tevredenheid, volgens de uitkomsten van dit onderzoek.

Hiermee willen we niet stellen dat de verbale affectieve communicatie en de verbale cognitieve communicatie niet belangrijk zijn in het zorgproces binnen de zorg aan huis, maar willen we juist onderstrepen dat het echte verschil in de cliënt tevredenheid gemaakt wordt door het non-verbale affectieve gedrag; het maken van oogcontact en het glimlachen naar de cliënt.

Mocht je geïnteresseerd zijn in dit studenten onderzoek of in communicatie binnen de thuiszorg in bredere zin, neem vooral contact met mij op!

Sascha Kraus-Hoogeveen