Calimero en het plankton van de wetenschap
Piep piep Hallo! Misschien ken je je hem nog van de tekenfilm uit je jeugd, een klein kuikentje, het hoofd steevast bedekt met een eierschaal. In elke uitzending piepte hij minstens één keer “want zij zijn groot en ik is klein, en dat is niet eerlijk”. Het kuiken is als geuzennaam opgepakt door een slimme marketeer. Het boek Calimeromarketing sloeg aan, en de term is inmiddels een gevestigde geworden in marketingland.
Ik moest eraan denken toen ik me verdiepte in cocreatie als onderzoeksmethodiek. cocreatie, of appreciative inquiry, is al omarmd in vele werkvelden. Zover dat het in mijn ogen vooral in de bestuurlijke wereld tot hilarische situaties leidt, waarin de bijvoorbeeld de ING kantoormannen ineens niet meer op een afdeling werken, maar lid zijn van een tribe en zich agile door S2M achtige flexplekken scrummen.
Zo niet in de onderzoekswereld.
Zoals gezegd, ik was me aan het verdiepen en vond vooral artikelen waarin maar benadrukt bleef worden hoe wezenlijk anders cocreatie als onderzoeksmethodiek is. Dat cocreatie “toch echt wel ook echt onderzoek is”. En: hoe de beoefenaars ervan zich kunnen wapen tegen argumenten vanuit de “traditionele wetenschap”. Om uiteindelijk te komen tot ideeën over hoe het uiteindelijk een volwaardige en geaccepteerde onderzoeks-stroming zou kunnen worden (het blijven onderzoekers, geen bewering zonder fundering, dus altijd het hypothetische “zou kunnen”)
Hoewel de constatering misschien terecht is en veel “serieuze” wetenschappers cocreatie toch een beetje het plankton van de wetenschap vinden, de conclusie eruit leek me zo overtrokken en vooral overbodig.
Ik dacht aan Calimero, die kleine ondernemers hielp hun “kleinheid” in te zetten als wapen uit het marketingarsenaal. Ik dacht aan hoe iedereen zich elke dag te pletter co-creëert, in gezinnen, op scholen, op de camping na een tentverpletterende hoosbui, waar dan ook. Mensen zijn gewoon co-creërende wezens. Waarom dan toch nog die bewijsdrang? Waarom zoeken naar de acceptatie van de serieuze vakbroeders? Vanwaar het verongelijkte over dat co-creatieve onderzoek zo weinig gepubliceerd worden in gerenommeerde vakbladen?
Het komt mij over als een tiener willen overtuigen van het nut van sparen. Je kan wel gelijk hebben, dat gelijk past niet in een andere wereldbeeld en het gaat dat wereldbeeld zeker niet veranderen.
Wat dan wel?
Nou gewoon, niet doen.
Geen rondje door een vierkante mal willen persen.
Uitgaan van de kracht van cocreatie en dat inzetten.
En hoewel wij nog volop bezig zijn, ben ik nu al blij de cocreatie in onderzoek ontdekt en omarmt te hebben. Plankton is dan weliswaar overduidelijk minder zichtbaar dan de walvis die zich ermee voedt. Het is wel met meer. Heel veel meer. Zij zijn groot en ik is klein en dat is prima zo. Wat mij betreft komt er ook in het curriculum meer plek cocreatie. Ik ga me er zeker voor inzetten.
Bauke van der Laan.
En nu heb ik je nog niks inhoudelijks vertelt over hoe cocreatie dan wel werkt en hoe wij dat binnen het lectoraat inzetten. En misschien was dat wel expres zo. Neem gerust contact op.