Week van het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT

In 2019 zijn 39 hogescholen en universiteiten samen met SURF gestart met een 4 jaar durende samenwerking op het gebied van onderwijsinnovatie met ICT in het “versnellingsplan onderwijsinnovatie met ICT”, met als doel gezamenlijk fors in te zetten op digitalisering in het onderwijs. Er wordt daarbij gewerkt in acht zones en twee werkgroepen. Ook de HAN participeert als partner in een aantal van deze zones en werkgroepen. Tijdens de week van het versnellingsplan werd er elke dag een online lunch-etalagebijeenkomst georganiseerd waarin de participerende HAN-medewerkers met geïnteresseerden in gesprek gingen over de opbrengsten van “hun” zone en vragen die er nog leven. In deze blog lees je een korte impressie per bijeenkomst en vind je meer informatie.

Zone Faciliteren en Professionaliseren van Docenten
Pieter van Rooij (CoE Leren met ICT) en Marijn Post (OOK services) pleitten in hun etalagebijeenkomst (zie opname en presentatie) voor een integrale benadering bij de implementatie van ICT in het onderwijs. Het is niet alleen een kwestie van docentprofessionalisering, maar ook leiderschap, infrastructuur, visie en beleid. Vanuit de landelijke zone, maar ook binnen de HAN, zijn er veel instrumenten ontwikkeld die kunnen helpen bij docentprofessionalisering. Met name ook instrumenten gericht op het bepalen van de ambitie en startsituatie als start voor professionalisering. Bekijk de opname terug om een beeld te krijgen van de instrumenten die zijn ontwikkeld of kijk op de website van de zone. Ook binnen de HAN zijn er instrumenten ontwikkeld zoals de monitor leren & lesgeven met ICT en de Blended learning scan. De ontwikkelde instrumenten zullen sowieso een toepassing gaan vinden bij de HAN binnen het project HAN Open Digital Horizons (ODH), een HAN breed professionaliseringstraject op het gebied van onderwijsinnovatie met ICT.

De discussie in breakoutgroepen ging met name over hoe dit verder te brengen binnen de HAN? Hoe komen academies van ambitiegesprekken tot een actieplan en hoe zorgen we ervoor dat iedereen aanhaakt (veranderkundig)? Goed aansluiten op de noodzaak en rekening houden met druk die er binnen academies is, werd belangrijk genoemd. Belangrijk is ook dat onderwijskundigen van de academies goed aanhaken. We zijn geneigd om een traject als ODH te beschouwen alsof dit iets is dat erbij komt, maar we moeten het zo niet zien. Focus op wat het kan opleveren en hoe het bestaande initiatieven verrijkt/verbeterd ipv iets wat er als extra bij komt.

Zone Veilig en Betrouwbaar Studiedata benutten
Jan van Riesen (Stafdirectie IM) onderscheidt bij het begrip studiedata ofwel educational intelligence enerzijds learning analytics (gaat over de “content” van het onderwijs) en anderzijds student analytics (data over de context van het onderwijs). Er is een waardeketen van studiedata van ruwe data naar rapportages en dashboards. Er zijn meerdere afnemers van studiedata binnen de onderwijsinstelling (stakeholder doelgroepen). Belangrijk is dat de data uiteindelijk leidt tot actiegerichte inzichten. Binnen de zone zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld zoals bijvoorbeeld een quick scan waarmee het volwassenheidsniveau van een instelling kan worden bepaald over hoe zij omgaat met data, een referentiekader hoe om te gaan met privacy en ethiek en een statistisch handboek. Voor meer informatie bekijk de opname van de sessie en/of de powerpoint presentatie van Jan. Of bezoek de website Doe meer met studiedata.

Het tweede deel van de bijeenkomst gingen deelnemers in groepen met elkaar in gesprek over een aantal stellingen gericht op de behoeftes van de verschillende stakeholder doelgroepen. In de discussie komt o.a. het belang van het goed definiëren van data naar voren, het belang van goed nadenken waarom/waartoe je learning analtyics wilt gebruiken, welke data hebben we nodig om het onderwijs te kunnen verbeteren en hoe komen we daaraan?, Is die data al beschikbaar of moeten we die gaan “creëren”? Jan benadrukt tot slot o.a. het belang van de data infrastructuur, eenduidige begripsdefinities, hoe wend je die data dan aan voor de verschillende doelgroepen?, eigenaarschap van data en privacywetgeving in relatie tot het benutten van data. Data is een gouden asset voor een onderwijsinstelling en indien je die op een goede manier aanwendt kan dit heel veel vruchten afwerpen en ten goede komen aan het studentwelzijn en studentsucces.

Werkgroep Online Onderwijs in Praktijkvaardigheden
Esther van der Linde (OOK Services) vertelt in de etalage (zie opname) (zie powerpoint presentatie) over de landelijke werkgroep die momenteel werkt aan een advies op basis van een brede inventarisatie van online onderwijs in praktijkvaardigheden in het hoger onderwijs. Leren gespreksvoeren en presenteren is door vele opleidingen online gefaciliteerd tijdens de coronatijd. Dat gebeurde in diverse maten variërend van het online beschikbaar stellen van video’s met goede voorbeelden tot uiteindelijk VR toepassingen zoals “Max de virtuele client” en toepassingen met AI zoals Traintool. Er wordt in het land veel geëxperimenteerd met VR/AR voor het online aanleren van vaardigheden. Daar zit potentie in (authentiek, immersive, veilig, flexibel, etc.), maar het is ook duur en je bent afhankelijk van ontwikkelaars. Er is nog weinig evidentie, onderzoek is nodig. Online lijkt geen goede vervanging te zijn, maar zeker wel een goede aanvulling. Landelijk is er nog weinig visie, beleid en samenwerking op dit vlak. Het wiel wordt op veel verschillende plekken uitgevonden. Het (para)medische domein loopt hierin voorop. De werkgroep wil in het vervolg verder inzetten op 1) didactiek en professionalisering 2) werken aan evidence / onderzoeksprojecten 3) samenwerking en verbinding tussen instellingen (repository?). Tot slot geeft Esther nog enkele voorbeelden van VR toepassingen voor het online trainen van vaardigheden. Wat vinden de deelnemers van deze toepassingen? Heeft dit toekomst voor vaardigheidsonderwijs? Er zijn meerdere ervaringen in de groep. De zoektocht is hoe dit goed te gebruiken, in te zetten in het onderwijs. Voor een student geeft VR niet altijd een veilig gevoel; die kan zich afvragen wat er met de VR data gebeurt. Belangrijk dus om hier duidelijk over te zijn. Het prijskaartje is ook een ding. Een docent zoekt vooral ook naar laagdrempelige mogelijkheden. Delen van dit soort toepassingen tussen opleidingen en delen van didactische handvatten zijn belangrijk. De werkgroep wil daarmee aan de slag gaan.

Werkgroep Toetsen op Afstand
Tijdens deze week van het versnellingsplan was er op donderdag aandacht voor het onderwerp ‘toetsen op afstand’. De inhoudelijk presentatie is samen met HAN-collega Marjoleine Dobbelaer voorbereid en werd verzorgd door Sharon Klinkenberg van de UvA. Marjoleine en Sharon nemen beide deel aan de werkgroep ‘toetsen op afstand’, die onder het versnellingsplan valt. Vanwege de corona-pandemie is dit onderwerp urgent geworden, omdat op de campus toetsen opeens maar zeer beperkt mogelijk was. Vanuit deze urgentie is in december een roadmap opgeleverd, waarin ook thema’s staan benoemd. Tijdens deze bijeenkomst wil Sharon met name aandacht geven aan het thema ‘visie op toetsing’. Een van de opbrengsten van de pandemie is namelijk dat digitaal toetsen nu nog weiderverspreid is, wat maakt dat eenduidig landelijk beleid op bv. het gebied van privacy en security waardevol kan zijn. Zaken die daarin naar voren kunnen komen zijn de dwang die studenten ervaren om deel te nemen aan toetsen op afstand middels proctoring software, maar ook hoe fraude kan worden voorkomen. De afgelopen periode heeft ook duidelijk gemaakt dat niet alle stappen die horen bij toetsafname op afstand mogelijk zijn. Zo blijkt het in de praktijk niet mogelijk om inzage op afstand te faciliteren en zal dit dus altijd op campus moeten plaatsvinden. Daarbij komt ook dat vanwege de versoepelingen de grootste urgentie inmiddels van dit onderwerp af is. Daarom is de werkgroep nu bezig met een inrichtingsmodel voor hybride toetsen, om zo de goede punten van toetsen op afstand te combineren met toetsen op de campus. Want ondanks de uitdagingen zal (hybride) toetsen op afstand voor bepaalde doelgroepen en situaties zeker waarde toevoegen. Bekijk hier de opname terug.

Zone Flexibilisering van het Onderwijs
Marcel Penners (OOK Staf) start met het adagium: van opleidingsroute naar studentroute. Dat vat de ambitie van de versnellingszone Flexibilisering, maar ook de ambitie van de HAN met flexibilisering mooi samen. Het studentperspectief centraal, waarbij er voor de student verschillende manieren zijn om de opleiding te doorlopen. Wat betekent deze ambitie voor het onderwijs, de organisatie en de technologie (o.a. gegevensuitwisseling)? Rondom deze domeinen heeft de versnellingszone verschillende werkgroepen geformeerd. De ontwikkeling richting flexibilisering wordt ook sterk gedreven door landelijke ontwikkelingen. Denk daarbij aan het experiment leeruitkomsten, dat wordt omgezet in wetgeving, ontwikkelingen zoals het STAP budget, studeren per studiepunt en de pilot microcredentials. Van opleidingsroute naar studentroute betekent dat de regie verschuift van opleiding naar student. Ondersteunende diensten zullen dat moeten gaan faciliteren. Naast veranderingen die dat vraagt intern, zal er ook steeds meer samenwerking/afstemming tussen hogescholen nodig zijn om dit mogelijk te kunnen maken. Het vereist afspraken en kaders: standaardiseren om flexibilisering mogelijk te maken. De HAN kiest daarom voor “standaardisatie op maat”: de student krijgt keuzemogelijkheden, maar geen keuzevrijheid (alles kan). De student kan kiezen en zelfregie nemen binnen verschillende keuzemogelijkheden die door de HAN worden aangeboden. Wat voor impact gaat dit hebben op de deelnemers aan de bijeenkomst? Deelnemers geven aan de ontwikkeling naar studentroutes positief te vinden en vrijwel iedereen schat in dat dit impact gaat hebben op hun werk. In plaats van denken in cohorten t.a.v. studentroutes zullen we meer gaan denken in bouwstenen. Toetsing en de logistiek eromheen zal gaan veranderen. Belangrijke drivers zijn de motivatie en zelfsturing van de student. Ook de didactiek zal flexibeler worden en meer gepersonaliseerd. Het vereist een goede informatievoorziening. Marcel schetst het beeld van een modern reisburo, waar de klant in de lead is bij het samenstellen van zijn reis en niet het buro zelf. De laatste dia in de presentatie van Marcel geeft een mooi overzicht van verdiepende informatie over deze ontwikkelingen. Bekijk hier de opname terug.