Hoe het nieuwe HAN Digitaal Leerplatform het onderwijs gaat ondersteunen
Vanwege de afloop van het contract van ‘onderwijsonline’ is dit momentum gepakt om ongeveer anderhalf jaar geleden te starten met de queeste naar een nieuw platform, een Digitaal Leerplatform (DLP). Het te vervangen onderwijsonline behelsde inmiddels niet meer de functionaliteiten die nu gewenst zijn zoals bijv. de behoefte aan een online tool t.b.v. het begeleiden van formatief handelen en evalueren.
Het kernteam is gestart met een onderzoek hoe het online leren en begeleiden het beste zou kunnen worden ondersteund. Daarbij wilde men zoveel als mogelijk ophalen wat er nu binnen de HAN wordt gebruikt op dit gebied, maar ook inventariseren waar studenten en docenten tegen aan liepen. Daartoe hebben de leden van het kernteam heel breed gekeken, zowel intern als extern zijn er consultatie rondes geweest. In de marktverkenning is er gekeken naar welke trends en innovaties er zijn. Ook is het IV beleid dat er al lag, maar ook het IP, nu het ‘Koersbeeld’ mee genomen.
Het kernteam wilde weten welke leer management systemen er nu al beschikbaar zijn en welke mogelijkheden deze systemen behelsden, om vervolgens de mogelijkheden ervan naast de wensen uit de consultatie ronde te leggen.
Op basis van deze queeste zijn er ‘praatplaten’ gemaakt van zowel de reis van de student als de reis van de docent in het onderwijsland landschap, de reis is een metafoor voor het herontwerpen, uitvoeren en ontwikkelen van het HAN onderwijs. Deze ‘praatplaten’ zijn ingezet bij de gesprekken met zowel de leveranciers als de academies.
Na Corona waren er een aantal zaken heel helder geworden; de studenten willen voornamelijk alle materialen die zij benodigd hebben voor hun studie snel en meer gestructureerd kunnen vinden, bijv. een dashboard of een portaal met actuele leercontent, maar ook de content van voorgaande of opvolgende jaren moet beschikbaar zijn. Daarnaast willen zij kunnen markeren waar zij zijn in het leerproces, zelf het voortgangsproces kunnen bewaken en willen ze weten welke ijkmomenten er in het leerproces zijn, bijv. wanneer er een feedback moment is of een stageopdracht etc.
De docenten hadden meer behoefte aan het in beeld hebben en houden van hun studenten, ze wilden meer zicht hebben op het handelen van de studenten. Niet alleen op individueel niveau maar ook op groepsniveau zodat zij hun groep kunnen monitoren, signalen uit het DPF kunnen halen. Ook bleek de wens van de docenten groot voor een soort ‘materialenbank’: ‘Geef ons een tool om materiaal ter verrijken en liefst niet op 16 plekken tegelijk’. Er wordt veel materiaal ontwikkeld en hergebruikt, er zijn vaak veel versies van. Ook komen de materialen vanuit verschillende opstellers, expert, werkveldpartners, uitgeverijen etc. Het is daardoor belangrijk te weten welke materialen actueel zijn en welke nog in ontwikkeling zijn. Ook wil men graag tijdens de uitvoering van het onderwijs nog aanpassingen kunnen maken. Daarbij moet het arrangeren van onderwijsmateriaal zowel voor de docent als de student overzichtelijk blijven.
Dit is de reden dat er zowel docenten als studenten betrokken worden bij het aanbestedingstraject, hierbij wordt een brede scope gepakt. De basis moet bestaan uit een ‘grondplaat’ met alle basale formatieve componenten, basis componenten die elke docent nodig heeft zoals:
- Het organiseren van leren
- Het managen van leermaterialen
- Mogelijkheden tot het geven van feedback
- Het verbinden en activeren
- Learning Analytics (met behulp van data studenten kunnen aan- of bijsturen, binnen de kaders van de privacy wetgeving)
Daarnaast moet er ruimte zijn voor applicaties die meer specifieke componenten ondersteunen. Zowel de markt als het onderwijs zijn daarin nog volop in ontwikkeling, dat maakt dat er wel nagedacht wordt over het kunnen koppelen van YouTube, video@han.nl archivering en toets- en inleversystemen, vooralsnog liggen deze elementen buiten de scope van dit project. Wel wordt er nagedacht over de doorontwikkeling met mogelijkheden tot koppelingen.
Waar staan we nu in het proces
Op dit moment kunnen de leveranciers alle benodigde documenten inzien en kunnen zij met vragen komen. Daarna volgt er een best practice presentatie op de HAN, dat is het eerste moment dat we kunnen checken of de markt kan leveren wat er gevraagd wordt. Vervolgens is er dan een bijstellingsronde om dan het formele moment te komen van formele inschrijvingen door leveranciers. Ook juridische zaken en inkoop worden op dit moment betrokken bij het proces van aanbesteding. Als laatst volgt er dan nog een gebruiksvriendelijkheidstest, waar we met behulp van studenten en docenten echte casussen gaan testen. Dan volgt het keuzeproces waarna we kunnen starten met het implementatie proces. Ook loopt er naast dit gehele traject parallel een traject over E-journal t.b.v. het bepalen van een scope voor het formatief handelen en evalueren.
De implementatie
Het eigenaarschap voor decentrale implementatie ligt bij de Academies. Zij bepalen de snelheid van het implementatieproces, ook welke opleidingen hier al in meegaan en met welke opleidingen nog wordt gewacht. Ook kunnen er keuzes gemaakt worden t.b.v. de ‘couleur locale’ en van welke onderdelen wel of niet gebruikt gemaakt gaat worden. De gehele implementatie wordt ondersteund door implementatieteams. Er worden implementatie scenario’s ontworpen waarbij ook aandacht is voor piekbelasting van deze teams. Tegelijkertijd is er aandacht voor professionalisering en ondersteuning van docenten.
Tijdens de bijeenkomst zijn de zorgen en kansen geïnventariseerd, de projectgroep analyseert deze en neemt de analyse mee bij het vervolg.
Het je n.a.v. de etalagebijeenkomst of dit artikel nog vragen kun je contact opnemen via leerplatform-pmo@han.nl
Ook is er op Insite informatie te vinden over deze ontwikkelingen;
Marktconsultatie digitaal leerplatform
De opname van deze etalage bijeenkomst kun je hier terugvinden.