De do’s and don’ts bij het starten van een nieuwe opleiding

Door: Marijn Post

Dinsdagmiddag 22 oktober was er een etalagebijeenkomst waarin door Anouk Filé (Projectleider Deeltijd Faculteit Techniek ) en Bas Bauland (senior adviseur kwaliteitszorg en begeleider accreditaties) werd ingegaan op wat wel en wat niet te doen bij het starten van een nieuwe opleiding. Er was een gemêleerd publiek aanwezig bestaande uit docenten, beleidsmedewerkers en een groep medewerkers van Defensie. Lees meer in deze blog over de belangrijkste do’s en dont’s en meer informatie.

Vooraf: de presentatie van Bas en Anouk vind je hier

In gesprek met het werkveld over een nieuwe opleiding?
Anouk is onlangs betrokken geweest als trekker bij de succesvolle co-creatie en accreditatie van de AD opleiding “Gebouwgebonden Installatietechniek” (GGIT). Ze begon met een korte sessie van 10 minuten waarin de docenten onder de deelnemers werden bevraagd over wat je doet als docent binnen een opleiding, hoe je dat dan doet, met wie je dat dan doet, etc. (zie ook presentatie ). Intentie was om de deelnemers te laten ervaren hoe het is om in gesprek te gaan met werkveldvertegenwoordigers over een nieuwe opleiding (in dit geval de docenten).
Het was de bedoeling als docent zo specifiek mogelijk te zijn. Hierdoor krijg je snel een beeld van de inhoud en kaders van een opleiding. Doordat er docenten vanuit verschillende opleidingen zaten bleek hierbij ook al snel het nuance verschil tussen deeltijd en voltijd opleidingen. Ook kwamen veranderingen in het onderwijs naar voren zoals de duidelijkere connectie met het werkveld, de meer coachende rol die de docent krijgt en het flexibiliseren van het onderwijs.

Wat komt er kijken bij het aanvragen van een nieuwe opleiding?
Na dit docenten vragenvuur ging Bas uitleggen welke stappen er genomen moeten worden bij de aanvraag van een nieuwe opleiding. Bas vertelde dat voor iedere nieuwe opleiding er een externe beoordeling moet plaatsvinden door het CDHO (bekostiging opleidingen) en de NVAO (accreditatie). Zijn eerste DON’T was dan ook om geen aanvraag te doen als het niet nodig is. Mogelijk is namelijk een opleiding helemaal niet volledig nieuw, maar kan het hangen (als bijv. minor of uitstroomprofiel) onder een al bestaande opleiding. Dan is er geen aanvraag nodig en dat maakt het veel minder complex.

Het CDHO checkt de aanvragen via een ambtelijk proces op een aantal belangrijke factoren zoals waarde voor de arbeidsmarkt en instroom. Een belangrijk DO is dan ook om stellingen die je doet over arbeidsmarktprognoses en potentiele instroom goed te onderbouwen met rapporten van bijv. ROA, UWV, betreffende sector of door een externe partij (hoewel het CDHO daar niet altijd mee akkoord gaat). Andere tips zijn om op de site van CDHO de eerder uitgebrachte adviezen door te lezen, altijd goed in gesprek te blijven met het werkveld en contact te houden met andere hogescholen in de regio om concurrentie in aanvragen te voorkomen.

Om als nieuwe opleiding geaccrediteerd te worden door de NVAO moet een dossier opgestuurd worden (in zevenvoud) waarbij vooral naar het opleidingsplan wordt gekeken zoals de (eind)toetsing, eindkwalificaties en de onderwijsleeromgeving. Belangrijk is dus om alles goed uit te schrijven (ook al is de opleiding er nog niet en vinden sommige zaken pas veel later plaats). Er wordt verder een panel samengesteld (Let op: je mag hier zelf mensen voor voordragen). Het panel komt visiteren en zal kijken of ze vertrouwen heeft in het team dat de opleiding gaat opzetten. Het is dan ook belangrijk voorbereid te zijn: maak geschikte docenten eigenaar samen met vertegenwoordiging uit het werkveld en studenten.

Hoe dit is gegaan bij de opleiding Gebouwgebonden Installatietechniek (GGIT)?
Anouk geeft hierna een voorbeeld van een Associate Degree opleiding bij GGIT die ontstaan is doordat er duidelijke geluiden kwamen uit het werkveld dat er mensen nodig waren met een bepaald soort expertise. Door goed overleg met het werkveld werd een plan gemaakt die volledig aansloot op het werkveld en waarbij het mogelijk is te werken en leren in modules. Door de goede samenwerking met het werkveld is de nieuwe opleiding snel goedgekeurd en draait het binnen een jaar.

Dat plan en die goede samenwerking waren niet vanzelfsprekend. Anouk benadrukte in haar verhaal (al dan niet impliciet) een aantal elementen die volgens haar in het geval van GGIT hebben bijgedragen aan het succes, zoals:

  • Het belang snel met mensen om tafel te gaan die de verbinding kunnen maken tussen strategisch management en de werkvloer en ook de werkvloer kunnen betrekken en laten meedenken (tactisch managers).
  • Het belang van luisteren, oprecht doorvragen en aansluiten bij de ideeën vanuit het werkveld. Dat betekent dat je soms eigen stokpaardjes of ideeën moet durven loslaten of aanpassen.
  • Als je je oprecht verdiept in het werkveld en wat zij doen en blijft doorvragen, gaan ze vanzelf met eigen ideeën komen over wat de opleiding kan zijn.
  • Werkvorm: voer geen “overleggen”, maar beleg “werksessies”.

De voorbeelden en tips van Bas en Anouk waren zeer nuttig en waren veelal eyeopeners voor de mensen in de zaal. We willen ze dan ook bedanken!