Socialworking Statia
Inmiddels is het al 5 maanden dat ik hier op St. Eustatius aan de slag ben als Algemeen Maatschappelijk Werker.
Mijn voornaamste taken hier bestaan uit het opzetten van het Maatschappelijk Werk en het coordineren ervan.
Het werk hier is heel bijzonder. Wat het zo bijzonder maakt? De beperkte doorverwijsmogelijkheden.
Dit vraagt van mij als m’werker om niet alleen creatief te zijn in mijn uitvoering en interventie keuzes, maar ook dat ik tegelijkertijd wel meerdere petten op kan/moet hebben.
Tot mijn komst op het eiland werden de taken uitgevoerd door een gepensioneerde maatschappelijk werker die 1 á 2 dagen het eiland bezocht. Dit betekende dat niet alle clienten gezien werden maar ook dat men niet altijd wist wanneer ze waar terecht konden met hun problemen. Ik merk dat men het fijn vindt dat er iemand voor hun is, waar ze hun ei kwijt kunnen en die regelmatig beschikbaar voor ze is.
Het eiland:
Sint Eustatius (Statia) [youtube]https://www.youtube.com/watch?v=wBIFhKD7MX8[/youtube]maakt sinds 2010 onderdeel uit van het Caribisch Nederland. Al maakt het een onderdeel uit van Nederland zijn dingen hier toch heel anders geregeld dan in ons land. Zo moest ik voor mijn komst bij het IND hier een Verklaring van Rechtswege aanvragen. Dit heb je o.a. nodig om hier langer dan 3 maanden te mogen werken. Er zijn twee overheden op Statia. De lokale overheid, ook wel “Island Government” genoemd, waar ik in dienst ben en de Rijksoverheid, ook wel “RCN’ genoemd.
Er wonen hier 4000 inwoners. Dit is te vergelijken met een dorp en soms zelfs een wijk in Nederland, niet veel dus. Dit maakt het wel lekker knus. Mijn kantoor ligt op loopafstand van mijn huis. Binnen 15 minuten kan ik op het werk zijn.
Wat ook heel bijzonder is, is dat er geen stoplichten zijn en er koeien en geiten overal vrij rondlopen.
Over het werk:
De kerntaken van het maatschappelijk werk komen hier allemaal aan bod. Hoewel ik merk dat de meest voor de hand liggende kerntaken, waar ik gebruik van maak, in directe omgang met clienten “Concrete en Informatieve Hulpverlening” en “Psycho-sociale Hulpverlening” zijn. Men wil graag geholpen, maar niet bevraagd worden. Ik merk dat het heel belangrijk is om een vetrouwensrelatie op te bouwen met de clienten en dat dit met zeer kleine stappen te verwezenlijken is.
De andere kerntaken gebeuren meer “achter de schermen”. Voor de dossiervorming en rapportages heb ik een aangepast rapportage formulier gemaakt, dat nu gebruikt wordt voor de aanmelding van cliënten en het rapporteren van cliënt bezoeken.
De mensen/problematieken:
De mensen hier zijn heel warm, vriendelijk en gastvrij. Zo word je op een zaterdag uitgenodigd voor een barbeque bij mensen die je net hebt leren kennen. Dat is heel gewoon hier.
Wat de problematieken betreft, gaat het in dit werk meestal om heftige problematieken. Men komt bij je voor een vraag en nadat je het hebt ontrafeld “you open a can of worms”. Dat was voor mij heel heftig en ook even wennen. Ook heersen er (nog) veel taboes, wat het werk soms lastig maakt. Er is veel sprake van incest, kindermishandeling en sexsueel misbruik van jeugdigen.