Speel in op de kringloopeconomie

Om onze minister-president te quoten: ‘de circulaire economie is the next big thing’. We zijn het niet altijd met Mark eens maar hier maakt hij toch wel een punt. Eerst was er namelijk sprake van een lineaire economie. Dit betekent dat stoffen één keer worden gebruikt, en als hun levensloop erop zit dan wordt er gewoon iets nieuws gemaakt. Circulaire economie betekent dat dit een cyclus wordt, in plaats van een lijn.

Een stukje geschiedenis

De eerste definitie werd in 1988 bedacht: een economisch systeem waarin extractie van afval, productie, en consumptiefases worden veranderd in input. De EU introduceerde haar visie op de circulaire economie pas in 2014 met het New Circular Economy Action Plan. Deze moet zorgen voor een klimaat-neutrale, competitieve economie voor zelfstandige consumenten. Circulaire ontwikkeling is en model van economische, sociale, en milieukundige productie en consumptie die zich richt op het bouwen van een autonome en duurzame maatschappij in afstemming met het probleem van ecologische hulpbronnen.

Domeinen

De circulaire economie heeft een breed domein. Hieronder vallen producten, infrastructuur, apparatuur en services, en het kan toegepast worden op alle industriële sectoren. Denk bijvoorbeeld aan een overstap van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie. Huurmodellen kunnen ook heel interessant zijn voor circulaire ontwikkeling, denk aan het verhuren van elektronica, kleren of transport. Door het verhuren van hetzelfde product onder meerdere consumenten kunnen fabrikanten hun opbrengst per eenheid verhogen. Dit is een win-win voor winst en verduurzaming van een bedrijf. 

Levels van circulariteit

Het 10R principe rust op 10 manieren voor verduurzaming. Hoe meer een bedrijf kan afchecken, hoe duurzamer de organisatie.

 

Nederland aan kop

Hoe landen scoren op het gebied van circulaire economie, hangt af van hoe zij scoren op verschillende principes. De Nederlandse regering wil 50% van alle materialen hergebruiken voor 2030. Verder hebben zij als doel om voor 2050 een shift te maken naar een 100% afvalvrije economie. De agenda’s zijn gericht op de 5 sectoren die voor het meeste afval zorgen: biomassa en voedselproductie, plastic, fabrikanten, de bouw en consumentengoederen. Nederland staat wereldwijd bekend om haar focus op duurzame initiatieven. Hierna komen Duitsland, Frankrijk, België, Oostenrijk, Slovenië, en Denemarken. Buiten de EU zijn Brazilië, China, Canada, de VS en Japan bezig met circulaire ontwikkeling.

De circulaire economie is een trend die waarschijnlijk alleen maar blijft groeien. Een goede mogelijkheid om als bedrijf op in te spelen!