Hoe combineert Jordi zijn topsport handbal met Technische Bedrijfskunde?
Jordi van Erp (21) combineert zijn studie Technische Bedrijfskunde aan de HAN in Arnhem met het handballen op topsport-niveau in de BeNe-league bij HV Quintus. Hoe houdt hij zoveel ballen in de lucht?
Jordi: “Ik heb een aantal plaatsen in het Westland waar ik regelmatig slaap, want wonen doe ik officieel weer bij mijn ouders en twee jongere broertjes in Oss. Ik heb bij iemand in huis een kamer in Kwintsheul en daarnaast kan ik ook altijd terecht in ‘s-Gravenzande. Door late trainingen en wedstrijden maak ik veel gebruik van deze mogelijkheden, maar ik vind het toch ook altijd wel fijn om weer thuis te zijn.”
Jordi, waarom heb je voor Technische Bedrijfskunde gekozen?
“Dat is eigenlijk heel simpel. Ik had zowel interesse in techniek als in bedrijfseconomie. Dit viel voor mijn gevoel goed samen met Technische Bedrijfskunde. Daarnaast is de opleiding zo breed dat je uiteindelijk alsnog beide werelden in kan gaan. Zo had ik meer tijd om erachter te komen welke kant ik echt het meest interessant vind. Of misschien wil ik het wel blijven combineren.”
“De locatie Arnhem is wel iets minder logisch vanuit Oss. Eigenlijk is dat gekomen door mijn tijd bij Jong Oranje. Ik heb in 2018 de kans gekregen om te gaan wonen en trainen op topsportcentrum Papendal samen met andere teamgenoten van Oranje U18. In die tijd speelde ik nog competitie bij Olympia’89 in Oss. Dit is de club waar het voor mij allemaal begon toen ik 3 jaar oud was. Ik speelde daar al vrij vroeg eerste divisie maar trainde er maar een paar keer per week. Door de combinatie wonen en trainen kon ik toch mijn trainingsuren opvoeren tot 19 uur per week, een aantal dat ook de andere jongens in de jeugdselecties ongeveer aantikten.”
Grappig, je bent nu 3e-jaars student technische Bedrijfskunde, maar toen je 3 jaar oud was ging je al handballen?
“Ja, haha, op mijn 3e ben ik begonnen met handballen bij Olympia’ 89 in Oss. De regel daar was dat je minimaal 3 jaar en zinnelijk moest zijn om te mogen beginnen. Handbal is natuurlijk niet de eerste sport waar de gemiddelde peuter of ouders aan denken, maar voor mij was dit wel anders. Mijn vader speelde in die tijd in de regionale competitie van Heren 1 van Olympia’ 89 en mijn moeder was actief als jeugdtrainster en commissielid binnen de club. Zo was ik dus al als baby en peuter iedere week te vinden in de sporthal. Eigenlijk is het me met de paplepel ingegeven!”
Wat is de spelpositie en tactiek?
Ik handbal als middenopbouwer. Dat is de spelverdeler en die is te vergelijken met de 10-positie binnen het voetbal. Bij handbal is het normaal om aan te vallen en te verdedigen, maar dat is voor mij iets minder weggelegd. Waarom? Omdat je onbeperkt mag wisselen komt het eigenlijk bijna altijd voor dat ik alleen aanval. Zodra we in de dekking staan ga ik er snel uit voor een dekkingsspecialist. Als we weer gaan aanvallen sprint hij naar de kant, zodat ik een gestructureerde aanval kan opzetten om zo tot een doelpunt te komen als team!”
Op welke prestaties ben je trots?
“Het zijn eerder een aantal momenten die me zijn bijgebleven. Dat begint eigenlijk met mijn eerste echte buitenlandse toernooi. Toen ik 12 was werd ik geselecteerd voor de Selectie Brabant. Hier kwamen de beste spelers uit Brabant samen om extra te trainen en buitenlandse toernooien te spelen. Dit eerste toernooi was de Partille Cup in Zweden, nog altijd het grootste Handbalevenement van de wereld en voor mij als klein mannetje toen een hele belevenis. Tijdens dit toernooi was er ook een EK bezig voor de Oranje heren U18. Al hun wedstrijden probeerden we te kijken. En 6 jaar later stond ik zelf op dit EK met Jong Oranje en kwamen spelers en speelsters van het jeugd-toernooi dus bij mij kijken”, vertelt hij met een glimlach. “Zo snel kan het dus gaan. Verder was mijn eerste EK (beachhandbal) wel een hele belevenis, maar ook alle toernooien en EK’s die ik later nog met de nationale jeugdselecties in de zaal heb mogen spelen zijn stuk voor stuk mooie herinneringen. Uiteindelijk heb ik ongeveer 50 jeugdinterlands mogen spelen.”
“Oh er schiet me toch nog wat te binnen. Als beste prestatie/herinnering wil ik mijn laatste promotie noemen. Hier ben ik toch wel het meest trots op. Toen ik als kleine jonge van 3 begon bij Olympia’89 speelde het eerste team in de regionale 3e klasse van Brabant. Op mijn 15e debuteerde ik in de hoofdmacht. Ondertussen speelde ze 2e divisie en waren ze dus al 4 maal gepromoveerd. In mijn debuutjaar promoveerde we direct naar de 1e divisie, maar toen was mijn bijdrage nog niet noemenswaardig. Na 3 jaar in de 1e divisie speelden we om promotie naar de eredivisie. Ondertussen was ik basisspeler geworden en mijn vader hoofdtrainer. Promotie hebben we toen afgedwongen op basis van uitdoelpunten en dit werd uiteraard groots gevierd!”
“Na 2 halve corona-seizoenen op het hoogste niveau van Nederland heb ik afgelopen zomer een transfer af weten te dwingen naar HV Quintus, een ploeg uit het Westland die uitkomt in de BeNe-League. Een competitie waar de 6 beste Nederlandse en Belgische ploegen samen strijden om het kampioenschap van de Lage Landen.”
Hoe weet je je topsport te combineren met je studie, die toch vrij pittig is?
“In de periode dat ik op Papendal zat viel dat niet mee. Door mijn trainingen overdag was het eigenlijk niet meer te combineren. Nu ik daar gestopt ben en alleen nog op de club train in de avonduren hoef ik geen lessen meer te missen. Het enige wat soms flinke planning vraagt het studeren, buiten de vaste uren op school. Door al het trainen heb ik niet super veel vrije tijd, omdat ik ook nog graag wat tijd doorbreng met vrienden, vriendin en familie. Al met al komt er dus een flinke planning bij kijken. Daarom probeer ik altijd alles 2 weken vooruit te plannen! Vaak levert dit een volle agenda op, maar ook daar wen je wel aan.”
Met welk project voor Technische Bedrijfskunde ben je nu bezig?
“Ben bezig in het 6e semester. We ontwikkelen een SMART pricing tool voor de Strategic Costing & Verification afdeling binnen Vanderlande in Veghel. Dit doen Tom van Tricht, Abigail van der Knaap en ik samen (zie foto). Tom en Abigail zijn ook studenten Technische Bedrijfskunde. Maar we krijgen ook hulp van Sil van Appeldoorn, student Embedded Systems Engineering. Het is daarom een multidisciplinair S6-project!”
Ken je via de HAN ook nog andere topsporters en zo ja, hoe is jullie contact?
Ja, ik ken wel een aantal andere topsporters die ook studeren aan de HAN uit mijn tijd op Papendal. Dit zijn vooral handballers. Ik spreek een aantal van deze jongens en meiden nog steeds regelmatig, maar moet eerlijk zeggen dat het niet vaak over de studie gaat. Iedereen moet hier een beetje zijn eigen weg in vinden denk ik. Het enige wat ik iedereen zou willen mee geven is plan zoveel mogelijk in, van school tot sport, maar ook uitjes met familie en vrienden. Zo houd je voor jezelf in ieder geval het overzicht en weet je waar je aan toe bent.”
Bron: HAN
Fotografie: Jordi van Erp, Rachelle fotografie en Paul Vis Sr.