Elektrotechniek studenten ontwikkelen testkast voor hoogspanningsstations

Studenten Reinier en Sam ontwikkelden tijdens hun studie Elektrotechniek een testkast voor hoogspanningsstations, in opdracht van netwerkbeheerder TenneT. Dankzij de kast zijn per locatie minder test-coördinatoren nodig. En dat is precies de bedoeling, want er is de komende jaren meer werk dan de technici van het bedrijf aankunnen.

Hoe zit de testkast eruit?

Op het Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem staat sinds kort een testkast voor hoogspanningstechnologie. Het is een metalen omhulsel, gevuld met draden en andere hardware. Op de voorkant prijkt een klein scherm met knoppen, aan de achterkant zit een groot aantal ingangen voor verschillende stekkers. De kast ziet er voor de leek niet bepaald revolutionair uit, maar de technici die er aan werken weten wel beter.

Wat was de opdracht?

De kast is gebouwd door afstudeerder Reinier van Beijnum en stagiair Sam Degens, beiden studenten Elektrotechniek op HAN. Dat deden zij in opdracht van TenneT. Deze hoogspanningsnetbeheerder ontwikkelt methoden om het elektriciteitsnet op een efficiëntere manier uit te breiden en te onderhouden. De testkast die de studenten bouwden, levert daar een bijdrage aan.

Wat is de innovatie?

Als straks alle hoogspanningsvelden gestandaardiseerd zijn, kunnen velden op dezelfde manier getest worden. Dat biedt mogelijkheden voor automatisering. Bijvoorbeeld door het inzetten van een kast voor het testen van secundaire componenten. De gebouwde kast kan aan een veldkast gekoppeld worden. “Met onze kast kun je kijken of elk signaaltje – of de juiste klem of pin – op de connector binnenkomt. Er zijn 26 connectoren, die sluit je allemaal aan, waarna het apparaat alle meldingen zelf kan simuleren”, legt student Sam Degens uit.

Als de testkast gebruikt wordt, dan is er maar één test-coördinator op locatie nodig. Normaal zijn dat er 2. De kast levert dus een flinke besparing op, in termen van werkuren. Maar of die daadwerkelijk op grote schaal gebruikt gaat worden, is nog de vraag. De testkast is afhankelijk van het gebruik van flexibele kabels en stekkers, waarmee verschillende componenten worden aangesloten. Maar de hoogspanningsnetbeheerder weet nog niet of dit dé manier wordt waarop velden in de toekomst worden opgebouwd.

Komt er een vervolg?

Ja, studenten gaan voorlopig door met dit project. Wanneer Reinier en Sam klaar zijn, is de hardware gereed. Daarna nemen andere technici in spé het stokje over en ontwikkelen zij de software door. “Er moet nog goed onderzoek gedaan worden naar de testfilosofie”, zegt Renier. En Sam vult aan: “Er moet onderzoek gedaan worden met alle coördinatoren die betrokken zijn. Hoe wil je dat dit ding gaat testen? Vanuit daar moet je de software schrijven. Dat is belangrijk voor de acceptatie binnen de organisatie.”

Hoe hebben de studenten het project ervaren?

De studenten kijken positief terug op hun opdracht. Ze hadden leerzame gesprekken met allerlei experts binnen de organisatie, keken hun ogen uit op hoogspanningsstations en leverden uiteindelijk een product op waar hun opdrachtgever enthousiast van wordt. “Wat ik heel mooi vind, is dat we nu gewoon een fysiek product hebben”, zegt Reinier. “Het is meer dan een rapport waarmee je langs verschillende afdelingen gaat.”

De testkast is overigens niet het enige resultaat waar TenneT iets aan heeft. De studenten specialiseren zich verder in hoogspanningstechnologie. Hiermee zijn zij gewonnen voor de hoofspanningswereld, waar de technici niet voor het oprapen liggen.

Bron en foto: HAN