Wanneer citeren, wanneer parafraseren en hoe vaak?
Als je een deel van een tekst overneemt in je verslag kan dat op twee manieren.
Je kunt één of meer zinnen geheel of gedeeltelijk letterlijk overnemen. Dit is een citaat, herkenbaar doordat aan het begin en aan het einde dubbele aanhalingstekens staan. Dit is een teken op je toetsenbord, dus niet twee losse aanhalingstekens gebruiken.
Dit citaat komt uit het boek De Meeste Mensen Deugen van Rutger Bregman:
Bregman (2019, p. 27) schrijft over gedrag bij rampen: “In noodgevallen komt het beste in mensen naar boven. Ik zou geen sociologisch inzicht weten dat zo stevig is onderbouwd en zo straal wordt genegeerd”.
Het is ook mogelijk om uit een gesprek of interview te citeren:
Respondent A vertelde: “Ik durfde mijn collega niet op zijn gedrag aan te spreken, ik was bang dat hij boos zou worden”.
Bovenstaande citaten kun je ook in je eigen woorden weergeven, oftewel parafraseren. Je gebruikt dan geen dubbele aanhalingstekens, bijvoorbeeld:
Bregman (2019, p. 27) schrijft dat, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, in noodsituaties het beste in mensen naar boven komt.
Overigens is het vermelden van een paginanummer bij een parafrase niet verplicht, Bregman (2019) is dus ook juist.
Respondent A vertelde een collega niet op zijn gedrag te durven aanspreken uit angst voor een boze reactie.
Het is aan jou, de schrijver van het verslag, om te kiezen voor een citaat of een parafrase. Er zijn geen APA-richtlijnen die aangeven hoeveel citaten en parafrasen een verslag mag hebben of wanneer je moet citeren of parafraseren. Het kan wel zijn dat een opleiding hier regels voor heeft. Bedenk dat een citaat of parafrase jouw verslag moet ondersteunen en niet vervangen.
Een parafrase heeft in de meeste gevallen de voorkeur. Wanneer je parafraseert kun je de oorspronkelijke tekst zo verwoorden dat het goed bij de rest van je verslag past en je kunt laten zien dan je de geraadpleegde tekst hebt begrepen.
Een citaat kan een toegevoegde waarde hebben, denk bijvoorbeeld aan een wettekst en hoe deze in de praktijk wordt toegepast maar ook als toelichting bij de woordkeuze van een respondent.