Wat is er gebeurd met de muisarm? ‘De echte hype is wel voorbij’
Werkgerelateerde musculoskeletale aandoeningen vormen een groot probleem en leiden vaak tot ziekteverzuim en verminderde werkproductiviteit. Deze aandoeningen worden veroorzaakt of verergerd door het werk en/ of de werkomstandigheden, waarbij andere activiteiten zoals huishoudelijke taken of sport ook een rol kunnen spelen. Vooral klachten van de arm, nek en/of schouder (KANS) komen veel voor. Nathan Hutting deed in de periode 2011-2015 onderzoek naar de effectiviteit van een zelfmanagementprogramma voor werknemers en werkte onlangs mee aan een online item van RTL Z getiteld Wat is er gebeurd met de muisarm? ‘De echte hype is wel voorbij’.
KANS waren voorheen met name bekend onder de term RSI. Ondanks dat de aandacht voor dergelijke klachten lijkt af te nemen, komen KANS nog steeds veel voor. De prevalentie van KANS varieert van 2 tot 41% en is afhankelijk van onder meer de setting en gebruikte definitie. In 19% van de gevallen zijn de klachten chronisch en 58% van de mensen met chronische klachten maakt gebruik van zorg, bijvoorbeeld door huisarts, medisch specialist of fysiotherapeut.
In veel gevallen is er sprake van aspecifieke KANS en is er onvoldoende evidentie voor effectieve behandelmethoden voor de klachten. Aspecifieke KANS kenmerkt zich door langer dan twee weken aanhoudende pijn, stijfheid, tintelingen en/of een doof gevoel in de nek, bovenrug, armen en/of handen die gerelateerd zijn aan het werk en/of andere activiteiten.
Indien de klachten langer dan 12 weken aanhouden, spreekt men van chronische aspecifieke KANS. Aspecifieke KANS heeft een multifactoriële oorsprong en wordt beïnvloed door (werkgerelateerde) fysieke factoren, (werkgerelateerde) psychosociale factoren en persoonlijke factoren. Het belang van elke factor en de bijdrage aan het individuele risicoprofiel verschilt tussen individuen en werkomgevingen.
Zelfmanagementprincipes kunnen gebruikt worden door fysiotherapeuten en andere gezondheidszorgprofessionals, om hun behandeling aan te passen aan de behoeften van de individuele patiënt en de patiënt actief te betrekken bij de behandeling van zijn/haar aandoening.
In het artikel van RTL Z, dat u hier kunt lezen, wordt onder andere ingegaan op de naamgeving van RSI/KANS, de multifactoriele oorzaken van KANS en behandelmogelijkheden.
Meer informatie over zelfmanagement en KANS vindt u in het proefschrift van Nathan Hutting.
Bronnen: RTL Z; Multidisciplinaire Richtlijn Aspecifieke klachten arm, nek en/of schouder 2013; Fysiopraxis maart 2016; proefschrift Nathan Hutting 2015.